De Mirena

Inleiding | Hoe werkt Mirena? | Voor wie is Mirena geschikt? | Wanneer kan het niet gebruikt worden? | Richtlijnen NVOG | NHG-standaarden

(zie ook: insertie Mirena) | (koperspiraaltjes)

Inleiding

De Mirena behoort tot de groep progestageen-alleen anticonceptie.

Mirena afgifte web.jpg (25742 bytes)

Het is een intra-uterien systeem dat dagelijks ca. 20 µg levonorgestrel afgeeft: voldoende voor een betrouwbare anticonceptie. De cylinder met levonorgestrel zit op een frame dat via de baarmoederhals in de baarmoederholte wordt gebracht. (Click op foto voor details)

Evenals bij alle overige vormen van progestageen-alleen anticonceptie kunnen vooral tijdens de eerste maanden na het inbrengen van het systeem onregelmatige en soms wat langer durende bloedingen optreden, doorgaans in de vorm van 'spotting' (= steeds kleine hoeveelheden bloedverlies).

Hoe werkt Mirena?

Mirena werking web.jpg (29934 bytes) Mirena werkt vooral plaatselijk in de baarmoeder. Er komt wel levonorgestrel in de bloedbaan maar de hoeveelheid is aanzienlijk minder dan bij gebruik van de combinatiepil. Er kan dan ook af en toe een  eisprong plaatsvinden, maar tot bevruchting zal dit niet leiden omdat de zaadcellen (spermatozoa) door de taaiheid van het cervixslijm en door het remmen van de beweeglijkheid en functie van de zaadcellen de eicel niet kan bereiken. Door de invloed van het hormoon op het baarmoederslijmvlies wordt proliferatie tegengegaan, waardoor het baarmoederslijmvlies niet in staat is om een evt. bevruchte eicel te laten innestelen. (Click op foto voor details)    

Voor wie is Mirena geschikt?

Mirena is geschikt voor vrouwen, die een langdurige vorm van betrouwbare anticonceptie wensen en bovendien niet graag iedere dag een pil slikken. Ook voor vrouwen, die het moeilijk vinden te stoppen met roken is de Mirena een redelijk alternatief. De betrouwbaarheid is vergelijkbaar met de betrouwbaarheid van sterilisatie. Mirena is in Nederland ook geregistreerd voor de behandeling van menorragieën (overmatige bloedingen) en dysmenorroe (pijnlijke menstruaties). Op deze laatste indicatie kan vaak hysterectomie (het operatief verwijderen van de baarmoeder) worden voorkómen. Het systeem is ongeschikt als anticonceptivum post-coïtum, aangezien progestativa in geval van jonge zwangerschap een zwangerschapsbehoudend effect hebben. Toepassing bij nulliparae (vrouwen, die -nog- geen kinderen hebben) is mogelijk. Wel dient dan rekening gehouden te worden met de vaak lange baarmoederhals, een stugge binnenste baarmoedermond en de lengte van de baarmoederholte. Soms is plaatselijke verdoving of pijnstilling  noodzakelijk, afhankelijk van de ervaring van de arts. Het systeem werkt tenminste gedurende een periode van 5 jaar. Toepassing gedurende de overgangsjaren wordt momenteel onderzocht, waarbij het intra-uteriene systeem wordt ingebracht ter voorkoming van endometriumproliferatie bij oestrogeengebruik.

Wanneer kan het niet gebruikt worden?

Evenals bij koperhoudende spiraaltjes kan het hormoonafgevend intra-uterien systeem absoluut niet gebruikt worden bij een bestaande zwangerschap of bij een vermoeden op zwangerschap. Het kan evenmin gebruikt worden bij bestaande ontstekingen van de inwendige geslachtsorganen: salpingitis (eileiderontsteking), adnexitis (ontsteking van eileiders + eierstokken), en endometritis (ontsteking van het baarmoederslijmvlies). Indien cervicitis (onsteking van de baarmoederhals) of kolpitis (ontsteking van de vagina) aanwezig zijn, dan dienen deze voorafgaande aan het inbrengen van de Mirena eerst te worden behandeld. Bij abnormaal vaginaal bloedverlies dient eerst de oorzaak van het bloedverlies bekend te zijn alvorens besloten wordt tot plaatsing van een koperhoudend IUD of een hormoonafgevend intra-uterien systeem.

Geen bezwaren tegen het gebruik van de Mirena zijn nullipariteit, leeftijd onder 25 jaar, promiscuïteit (meerdere seksuele /wisselende partners), gebruik van anticoagulantia, symptoomloze uterus myomatosus en hartafwijkingen, waarvoor profylaxe tegen subacute bacteriële endocarditis noodzakelijk is.

Overzicht betrouwbaarheid progestageen-alleen methoden van hormonale anticonceptie

Richtlijn nr.41NVOG: intra-uteriene anticonceptie

Richtlijn nr.42 NVOG: progestageen-anticonceptie

NHG-standaard M14 het spiraaltje

NHG-standaard M02 hormonale anticonceptie

(terug naar progestageen-alleen anticonceptie)

home copyright disclaimer privacy